Hallux valgus (VERGROEIING VAN DE GROTE TEEN): Door vergroeiing ontstaat een knobbel aan de binnenzijde van het basisgewricht van de grote teen. Het gewricht kan minder worden belast, geeft pijnklachten en wordt beperkt waardoor de loopfunctie verandert. De grootte van de knobbel kan een pasvormprobleem geven bij schoenkeuze.

Hallux limitis/rigidis (STIJVE GROTE TEENGEWRICHT): Afwijking van het teengewricht met als gevolg pijn en bewegingsbeperking die het meest opvalt tijdens de afzetfase van de voet: ontwijken van het basisgewricht van de grote teen met als gevolg lopen over de buitenzijde van de voet.

Pes plano-transversum (SPREIDVOET): Onvoldoende functie van de voorvoet met overbelasting veroorzaakt pijn in de voorvoet. Oorzaken zijn: met grote frequentie sporten, dragen van te hoge hakken, staand werk, slecht functionerend dwarsgewelf, knellend schoeisel en onvoldoende voetbelasting. Vaak is er sprake van overdruk op de voorvoet.

MARSFRACTUUR: Stressfractuur in het tweede of derde middenvoetsbeentje. Hierbij komt wisselend heftige pijn voor bij belasten van de voorvoet. Tevens komen locale zwelling, roodheid en warmte voor.

Mortonse neuralgie (ZENUWPIJN IN DE VOORVOET): Tintelingen en zenuwpijn ter hoogte van tweede en derde middenvoetsbeen als gevolg van afklemming van de zenuw.

Fasciïts plantaris (HIELPIJN): Peesbladontsteking die zich in de meeste gevallen ter hoogte van de aanhechting onder het hielbeen bevindt. Wanneer de ontsteking verergert kan zich een HIELSPOOR ontwikkelen: een verkalking van een deel van het peesblad. Het komt voor dat de spierbuik in het lengtegewelf irriteert en lijkt op een ontsteking van het peesblad. De pijn wordt dan meer in het midden van de voet aangegeven.

KNEUZING VAN HET HIELBEEN: Bij oudere sporters komt degeneratie van het vetkussen onder het hielbeen voor. Daardoor vermindert de schokdempende functie van het vetkussen ten opzichte van het hielbeen waardoor kneuzingen optreden van het kraakbeen aan de onderzijde van het hielbeen. Er bestaat een constante pijn bij hardlopen.

Achillodynie (ONTSTEKING VAN DE ACHILLESPEES): Deze ontsteking komt voor bij hardlopers waarbij de overnmatige belasting van onderbeen en voet is verstoord. Vaak is er sprake van een te veel aan kanteling van het hielbeen. Andere oorzaken van de overmatige kanteling zijn: holvoet; stijve grote teengewricht, aandoening rond het eerste middenvoetsbeentje maar ook afwijkende functies van onderbeen en heupgewricht.

Ruptuur van de achillespees (HEFTIGE PIJN NA HOORBARE KNAP T.H.V. DE ACHILLESPEES): Tijdens sporten wordt een knap gehoord waarna heftige pijn optreedt in de achillespees terwijl niet meer kan worden belast. Staan op de tenen is onmogelijk en de voet bewegen is zeer pijnlijk. De oorzaak is veelal overbelasting op gedegenereerd peesweefsel.

Bursitis subcutanea Calcanei posterior (IRRITATIE VAN DE ONDERHUIDSE SLIJMBEURS): Irritatie van de onderhuids gelegen slijmbeurs t.h.v. de achillespees. Komt voor bij een te hard en/of te hoge hielkap van de sportschoen. Op den duur ontstaat een verdikking en verharding van de huid. Men spreekt ook wel van het ‘winterheel’ syndroom. 

Shinspints (SPRINGBENEN OF PERIOSTITIS): Door slechte afwikkeling, tekort aan demping of onvoldoende stabiliteit treedt treedt overrekking van de spieraanhechtingen aan de binnenkant van het scheenbeen op.

Tibialis anticus syndroom (HEFTIGE PIJN AAN DE VOORZIJDE VAN HET GEHELE ONDERBEEN):Tijdens lopen treedt plotseling heftige pijn op aan de binnenzijde van het onderbeen, soms zelfs met problemen met het heffen van de voet.(DROPFOOT)

Partiële ruptuur van de Gastrocnemius (ZWEEPSLAG): Tijdens lopen ontstaat een plotselinge felle pijn in de kuit, waarna lopen nauwelijks nog mogelijk is. De meest voorkomende plaats van de zweepslag bevindt zich aan de binnenzijde van de kuit.

Tractus iliotibialis frictiesyndroom (IRRITATIE/PIJN OVER DE PEES AAN DE BUITENZIJDE VAN DE KNIE): Overbelastingsblessure bij supinerende lopers en/of bij “o-benen”.

Chondromalacie patellae (RUNNERS KNEE): Aandoening van het kraakbeen onder de knieschijf. Komt vooral voor bij jonge, intensief sportende mensen (hardlopers, wielrenners, springers, voetballers). Vormafwijkingen van de knieschijf kunnen de oorzaak zijn. Pijnklachten bevinden zich meestal aan de binnenzijde van de knieschijf.

Infrapatellaire insertie tendopathie (JUMPERS KNEE): Peesontsteking die zich aan de onderzijde van de knieschijf bevindt. Ontstaat door overbelasting in relatie tot diverse vorm- en standsveranderingen rond het kniegewricht. Klachten ontstaan bij explosieve sprongbelasting o.a. bij volleybal en hoogspringen.